Getest: Subaru BRZ (2017)
De eerste BRZ was een blauwdruk voor plezier, die een blijvende indruk op ons heeft achtergelaten. Nu de facelift is onthuld, voelen we hem aan de tand om te ondervinden of Subaru hun geslaagde product verder weet bij te schaven.
Om te begrijpen waar mijn verhaal met de BRZ begint, moeten we even terugspoelen naar de Autosalon van Brussel, van eerder dit jaar. We waanden ons tussen een groot aantal auto’s, waarvan er slechts een handjevol geïntroduceerd dienden te worden. Wetende dat de beurs geen wereldpodium is, zoals de beurzen in New York of de Genève dat wel zijn, lieten we onze verwachtingen voor wat ze waren. Toen de namen, in de maanden in aanloop van het festijn, eenmaal binnenstroomden, betrapten we onszelf toch op een langzaam groeiende glimlach. Audi nam hun S5 Cabriolet mee, Mazda liet de Fastback variant van hun MX-5 aan Europa zien en Subaru achtte de tijd rijp om hun gefacelifte BRZ van haar doeken te ontdoen. En juist die laatste was de reden dat onze glimlach maar bleef groeien.
Maar laat ik nu niet doen alsof deze facelift de BRZ opeens bakken vol extra charme gaf. Integendeel, als ik iets heb aan te merken op de nieuwe BRZ is het het tekort aan nieuws. Aan de andere kant, dit is natuurlijk niet geheel zonder reden. Subaru wilde namelijk doorbouwen op het sterke product dat ze al in handen hadden. De facelift was als gevolg enerzijds subtiel, vooral op esthetisch niveau, en anderzijds, onderhuids, wat innoverender. Om alle optische aanpassingen te spotten, moet je haast arendsogen hebben. En een van de meest opvallende nieuwe details, de LED-koplampen, kun je eigenlijk het best bewonderen als het schemert. De achterzijde biedt ons een gloednieuwe, uit aluminium vervaardigde spoiler, die je op hoge snelheid een extra steuntje in de rug geeft. De velgen zijn eveneens onder handen genomen, al betreft het hier niet zo zeer het ontwerp, maar de structuur. Dit, wederom, met het doel de wegligging bij te spijkeren.
Je merkt dus wel dat bij de meeste vernieuwingen——zelfs als ze de eyecatchers van de BRZ moeten zijn——eigenlijk het hogere doel dienen om de bestuurder een optimale rijervaring te bieden. Mag ook wel, aangezien de BRZ verder geen ander duidelijk doel dient. Het is door en door een wagen om te rijden. Correctie, om op zijn falie te geven.
Toen het eenmaal zover was om de BRZ op te halen, circuleerde juist die laatste gedachte als achtbaankarretjes door mijn hoofd. Het starten van de 200 pk sterke boxermotor stimuleerde die gevoelens alleen maar verder, waardoor ik helemaal niet meer kon wachten om het pedaal eens goed de grond in te stampen. Gelukkig bevond de dealer waar ik hem kon oppikken zich aan de rand van Aalsmeer, zodat ik me vrijwel meteen kon storten op de omliggende landweggetjes. Toch merkte ik al snel dat zulk soort wegen niet voldeden aan de bloeddorst van mijn strijdvaardige ros.
De BRZ verdiende beter. Niet veel later trok ik mijn vader, compleet met camera en “een goed humeur”, uit zijn kantoor om mij te vergezellen op een kort reisje richting de Eifel. Maar voordat we daar arriveerden, moesten we een aardig stuk snelweg verteren. In eerste instantie zag ik dit niet zitten, totdat ik me herinnerde dat Subaru niet vergeten was hun onderstel verder te ontwikkelen, met als doel het rijcomfort en de wegligging, zoals je eerder al las, te verbeteren. Op lange twee- en driebaanswegen richting Spa, onze eerste stop, kwam dit direct tot uiting. Het duurde niet lang voor ik merkte dat de BRZ geniet van de linkerbaan. Met het grootste gemak tuft de BRZ alles en iedereen voorbij, zonder je ook maar enig idee te geven dat je de regels aan het breken bent. Het zal van je mindset afhangen of je dit als plus of minpunt gaat zien. Zelf bekijk ik het van de positieve kant. Je interne kampvuurtje zal immers vrij snel opbranden als de wagen altijd overenthousiast en uitdagend is. Je kunt overal aan wennen, zo ook aan een auto die je constant op je tenen houdt. Ik kan dit zelf op psychologische wijze verder proberen te verklaren, maar Subaru zelf deed dit al veel simpeler.
De prestatiecijfers spreken namelijk boekdelen. De o zo belangrijke Newtonmeters komen pas vrij tussen de 6.400 en 6.600 omwentelingen per minuut. Dit klinkt misschien gaaf——het creëert immers een waanzinnig gesnerp——maar het is niet altijd even leuk. De weg naar de limiter, en dus naar het ontsluiten van zijn werkelijke potentieel, voelt soms pijnlijk lang aan. Het is op zulke momenten dat de harde realiteit van de cijfers indaalt: de BRZ heeft maar liefst 7,6 seconden nodig heeft om de 100 km/u aan te tikken. Je zou het bijna eens worden met de mensen die al tijden vragen om een krachtiger uitvoering van de BRZ. Subaru blijft er echter op hameren dat ze met hun compacte en tactisch geplaatste blok, gepaard met het gewicht van de auto, een geslaagd pakket hebben neergezet. Het is een formule die ze niet willen aanpassen.
Na slechts vijf minuten trappen op de vele slingerwegen van de Eifel, begint hun filosofie tot me door te dringen en begrijp ik wat ze bedoelen. Zeker wanneer je in de buurt van de redline komt. De wagen springt tot leven, iets wat in combinatie met het geluid een ongenaakbare ervaring is. En wat je ook probeert, de auto blijft aan de weg plakken, wat je doet vermoeden dat de twee een innige relatie hebben. Zelfs na het uitschakelen van de twee ESP modussen, begrijp je wat de auto gaat doen en kun je erop inspelen. Hierdoor groeit de fun-factor alleen maar, omdat je de BRZ nu hier en daar kunt laten uitbreken, zonder de angst dat je hem om een boom zult krullen. Het vertrouwen dat je in de wagen hebt is dan ook dermate hoog. Sterker nog, het duurt ongeveer een kwartier om de wagen af te tasten, en niet langer dan een half etmaal om de BRZ bijna volledig te doorgronden. Hierdoor zou je misschien verwachten dat je er snel op uitgekeken bent, maar het is juist het tegendeel dat lijkt te kloppen. Omdat je de limiet snel kunt bepalen, rijd je vol overtuiging iedere bocht in, en ook weer uit. Opeens lijkt 200 pk genoeg, en besef je dat je er mateloos plezier uit kunt trekken——mits je de juiste wegen weet te vinden, én genoeg toeren maakt.
Er is echter pas ruimte voor plezier wanneer je je op je gemak voelt. In een auto betekent dit al snel dat er een aantal dingen moeten kloppen; neem bijvoorbeeld je zitpositie en houding, en het interieur als geheel. Laten we beginnen met dat laatste.
Aangezien de BRZ een rijdersauto is, kun je als Subaru zijnde de auto wel volgooien met allerlei interessants, maar als de basis ontbreekt, kun je hem net zo goed direct in brand steken. De wagen moet immers iets in je los maken als je het gaspedaal indrukt, of wanneer je hem de bocht in slingert; de rest is bijzaak. Volg je deze gedachtegang, dan kom je al snel uit bij een minimalistisch interieur. Subaru voorziet hun klanten echter van aardig wat onmisbare technieken en een veelvoud aan knoppen, dus kun je de binnenzijde niet bepaald kaal noemen. Afleiden doet het gelukkig niet, en aangezien de boel tamelijk overzichtelijk is, kunnen we ermee leven. Dat het ook nog eens behoorlijk fraai is afgewerkt met robuuste knoppen en rood geaccentueerde stiksels, helpt alleen maar mee. Het touchscreen is eigenlijk het enige wat van zich te wensen overlaat, dankzij traag- of soms zelfs niet werkende software en vrij onduidelijke menu’s. Toch kun je dit minpuntje voor het grootste gedeelte negeren, aangezien je je voornamelijk focust op het bochtenwerk.
Dat ‘ie het bochtenwerk tamelijk simpel af weet te handelen, merkte ik al eerder op, maar denk nu niet dat dit alleen te maken heeft met het onderstel en de hiervoor genoemde aanpassingen die ze deden om de nieuwe BRZ te verbeteren. Er zijn namelijk aardig wat dingen veranderd, die zich veel dichterbij de bestuurder bevinden. Zo is het stuur in formaat geslonken, waardoor het dichterbij een sportstuur staat dan voorheen, en is de grip verbeterd… tenzij je last hebt van klamme handen. Maar of je nu zweet of niet, het gevoel dat je één bent met de auto is constant aanwezig. Je wordt werkelijk omhult door de comfortabele sportstoel, de middenconsole en het deurpaneel. Dat het stuur daarnaast ook nog eens behoorlijk dicht op je zit, maakt het zo dat je je meteen op je plek voelt. Achter het stuur prijkt dan nog de toerenteller en een display die allerlei handige informatie vertoont, die je gemakkelijk met de knoppen op het stuur kunt bedienen.
Conclusie.
Dan rest ons nog één vraag: is ‘ie de poen wel waard? Om eerlijk te zijn is het lastig te zeggen. Aan de ene kant schrikt de basisprijs van €51.295 natuurlijk aardig af. En met de gedachte dat je voor dat bedrag veel praktischere pretfabrieken, zoals de Focus RS, op de kop kunt tikken, lijkt de keuze snel gemaakt. Je moet echter beseffen dat je hiermee onvoorwaardelijke vreugde koopt, voortkomend uit fantastische gewichtsverdeling, achterwielaandrijving en een bootlading karakter. De BRZ behoort tot een uitstervend ras, en dat is oneindig veel meer waard.
Fotografie: Anthony Verolme.
Specs.
Motor: atmosferische 2,0-liter viercilinder boxermotor
Motorinhoud: 1.998 cc
Motorvermogen: 147 kW (200 pk) bij 5.800 tpm
Trekkracht: 205 Nm tussen 6.400 en 6.600 tpm
Transmissie: handgeschakelde zesbak
Aandrijving: Achterwielaandrijving
Topsnelheid: 226 km/u
0-100 km/u: 7,6 seconden
Gemiddeld verbruik: 1:12,8
Lengte: 4.240 mm
Breedte: 1.775 mm
Hoogte: 1.320 mm
Wielbasis: 2.570 mm
CO2-emissie: 180 g/km
Tankinhoud: 50 liter
Bagageruimte: 243 liter
Gewicht: 1.216 kilogram
Vanafprijs: €51.295