De Vulcan AMR Pro is Aston Martin’s zegetocht

Extreem wordt nog extremer gemaakt: een oerknal in de Britse sportwagen industrie.

Wanneer het laatste beetje zinnigheid de overvolle, overgebleven rubberen bootjes in is gedoken, daarna angstig dobberend in een oceaan van wanhoop en complexe ideeën, is het tijd om te reflecteren op de situatie: hoeveel gekker moet het worden? Daar waar vrijwel iedereen dacht dat de Vulcan voor Aston Martin de absolute apex van vermogen en aerodynamica had geraakt, besluiten ze het doek te trekken van een nog gestoorder project. Nota bene op het Festival of Speed, want ja, waar anders?

Wat kan je dan precies aan de Vulcan toevoegen om te zorgen dat de wagen naar de volgende superlatief wordt getild? Nog. Meer. Aerodynamica. Zoveel zelfs dat de Vulcan, die er toch al behoorlijk futuristisch uitzag, nu onontkomelijk in mijn gedachten blijft steken als hét transportmiddel van de held in een jaren tachtig sci-fi film. Ik heb het over een bootlading aan aerodynamische frutseltjes, die de wagen ten opzichte van de standaarduitvoering bijna in het kwadraat tegen de grond drukken. Okay, niet helemaal; het niveau van downforce stijgt echter substantieel, van 3.150 Nm naar 4.000 Nm! Je hoeft alleen maar naar de voorkant te kijken om er een idee over te vormen. Er is geen plek ongeschonden gebleven. Zo is er een nieuwe splitter en zorgen dubbele end plates tussen de koplampen en voorwielen voor extra luchtsturing. Het zou me overigens helemaal niet verbazen als de Vulcan AMR Pro, in een land overgoten met reusachtige schepsels, zou fungeren als een scheerapparaat——met niet een, maar twéé mesjes——want aanschouw die achtervleugel!

Hoe dan ook blijft het een beetje een maf verhaal, want ondanks dat je het misschien zou verwachten, wordt de AMR Pro absoluut geen volledig nieuwe wagen. Het is slechts een ombouwpakket. En wanneer er in totaal maar 24 stuks worden gebouwd, is dat toch een netelige positie om je in te bevinden. Zeker voor diegenen die al een Vulcan in hun hypermoderne garage hebben staan, en aardig gecharmeerd zijn van dit overagressieve pakketje. De prijs blijft echter voor iedereen hetzelfde, dus zelfs als hij nog gebouwd moet worden, betaal je gewoon €150.000 bovenop de al afgerekende €2 miljoen. Kan erger.