Het verhaal achter de Bugatti Chiron
We kennen de Bugatti Chiron als dé opvolger van de illustere Veyron. Maar, is het er ‘zomaar’ een veredelde versie van, of schuilt er meer achter het nieuwste familielied van de Fransozen?
De cijfers liegen er niet om. Een motor die goed is voor bijna 1500 pk en 1600 Nm koppel, ruim 300 windtunneluren, een voorlopige topsnelheid van boven de 420 km/u: het zijn slechts oppervlakkige voorbeelden van feitjes over de Chiron. Je beeld over Bugatti’s nieuwste wagen neemt pas echt vreemde vormen aan wanneer je dieper duikt, en ontdekt hoe krankzinnig de auto werkelijk is.
Zo heeft de W16 motor ongeveer 60.000 liter lucht nodig om de 1479 paarden überhaupt aan het werk te houden. Daarnaast kent de aandrijflijn 4 turbo’s, waarvan er ‘maar’ twee gebruikt worden vanaf het moment van ontsteken. De resterende turbo’s worden pas wakker bij 3.800 toeren, om te garanderen dat de beschikbare kracht zo goed mogelijk verdeeld wordt. Misschien wel het meest idiote feitje over de Chiron, heeft te maken met de topsnelheid. Mocht je een plek kunnen vinden waar je een tijdje volledig plankgas kan geven, dan zul je dit slechts 9 minuten lang kunnen doen. Na die 9 minuten heb je namelijk geen druppel brandstof meer over, en val je gewoon stil.
Bugatti heeft haar prototypes gezamenlijk meer dan een half miljoen kilometer laten rijden, om ervoor te zorgen dat ze zo betrouwbaar mogelijk zijn. De 500 Chirons die het broeikaseffect mogen gaan verergeren, hebben weer en wind getrotseerd, zodat hun eigenaren er probleemloos de vruchten van kunnen plukken. Daarmee is het qua prestaties niet alleen een echte Bugatti, maar ook nog eens door en door een Volkswagen.
Dit alles is echter een miniscuul gedeelte van wat de Chiron zichzelf maakt. Wil je meer weten? Lees dan hier het volledige artikel van Maté Petrány op Road & Track.