BMW M5 CS doet de Nürburgring in 7 minuten en 29,57 seconden!
Dat de M5 CS de Nürburgring hard aan zou pakken was wel te verwachten, maar drie seconden sneller dan de M8 is een flinke prestatie..
De testrijder van, Christian Gebhardt, kroop achter het stuur van de M5 CS en wist een ronde over de Nordschleife in 7 minuten en 29,57 minuten af te leggen. Hoe verhoudt die tijd zich tot andere prestatiemachines van BMW?
Hij was niet alleen sneller dan de M5 Competition (7:35,90), maar hij reed ook een stuk sneller dan de M8 Competition (7:32,79). En ja, we hebben het over dezelfde bestuurder in alle drie de auto’s.
Christian Gebhardt heeft de afgelopen jaren met nogal wat andere BMW’s op de Nürburgring gereden, waaronder de M2 CS (7:42.99), M2 Competition (7:52.36) en de Z4 M40i (7:55.41). De nieuwste video heeft een aantal interessante delen, waaronder bij 4:24 waar hij een beetje sneller lijkt te gaan dan aanbevolen.
Spring naar 6:28 en je kunt het dashboardkastje zien openen, waarschijnlijk omdat het niet goed was gesloten vanwege de bedrading voor de dashcam en het meetapparaat. Terwijl de M5 CS 220 km/u rijdt, besluit de bestuurder het dashboardkastje te sluiten om te voorkomen dat de documenten door de cabine vliegen en mogelijk zijn tijdrit verpesten. Vanaf 8:00 zien we de supersedan de 300 km/u naderen.
Het is de moeite waard om te vermelden dat de Mercedes AMG GT63 S nog steeds sneller is, of we het nu hebben over de afstand van 20,6 kilometer van de Nürburgring of de langere 20,83 kilometer lange lay out. Het is eigenlijk geen eerlijke vergelijking, aangezien we het hebben over verschillende coureurs. In het geval van AMG reed Demian Schaffert de baan rond in een respectievelijke 7:23.009 en 7:27.800.
De Jaguar XE SV Project 8 overtreft ze allemaal, maar sommigen beweren dat zijn record technisch gezien niet meetelt, aangezien de run werd uitgevoerd met de optionele tweezitsconfiguratie die alleen in bepaalde markten beschikbaar is en mede daardoor een gewichtsvoordeel heeft ten opzichten van de concurrentie.
