Gereden: Audi RS5 Coupé (2017) [Gräper Automotive Special]
De RS5 kennen wij al langer. Audi’s concurrent voor de BMW M4 en Mercedes-AMG C63 had tot voor kort een hoogtoerige atmosferische V8 onder de kap. Dit nieuwe model heeft een Biturbo V6. de vraag luidt: Laat de RS5 ons Hart voor Auto’s sneller kloppen?
Laten we even beginnen met de feiten. De geweldige natuurlijk aangeblazen 4.2 V8 FSI moest vervangen worden. Het verbruik? Te hoog. De CO2-uitstoot? Te hoog. In zijn plaats komt er een 2.9 V6 TFSI met twee turbo’s, zo uit de Porsche Panamera. Daarmee volgt de RS5 in de voetsporen van de M4, die zijn atmosferische 4.0 V8 inruilde voor een 3.0 zes-in-lijn met twee turbo’s, en van de C63, die een 4.0 V8 met twee turbo’s de plaats zag innemen van de brutale atmosferische 6.2 V8.
Goed en slecht nieuws
Dat is goed en slecht nieuws voor de RS5. Goed, omdat de prestaties stijgen: het vermogen blijft met 450 pk ongewijzigd maar wordt over een breder toerental vrijgegeven (5.700 tot 6.700 tpm). Het koppel krijgt een stevige boost: van 430 Nm in het vorige model naar 600 Nm. De Audi duikt daarmee onder de grens van de 4 seconden in zijn sprint naar 100 km/h: die duurt welgeteld 3,9 seconden.
Het slechte nieuws? De sound. Er klinkt natuurlijk weinig beter dan een atmosferische V8, maar de nieuwe V6 ligt te ingesnoerd in het oor. Je hoort het gefluit en geblaas van de turbo’s en achteraan in de uitlaat hebben de Audi-ingenieurs hun best gedaan om de RS5 sportief en agressief te doen klinken, maar wij missen de brul die bij zijn agressieve smoel past. Gelukkig biedt Audi wel een sportuitlaat aan, die daadwerkelijk beter klinkt. Overigens zat deze Audi-sportuitlaat ook op het testmodel wat wij ter beschikking gesteld kregen door Gräper Automotive. We beginnen rustig te toeren. De Audi gedraagt zich voorbeeldig: de sportzetels zitten comfortabel en steunen goed, de achttrapsautomaat – die de plaats inneemt van de S-Tronic-zevenbak met dubbele koppeling – schakelt snel en zonder al te veel schokken.
Tijd om het interieur te testen: dat komt natuurlijk uit de gewone A5 maar dan met wat sportieve accenten, zoals een stuur in alcantara(welke waanzinnig is), interieurlijsten van carbonfiber, contrasterende stiknaden, enzovoort. De Virtual Cockpit is sportiever ontworpen, geeft onder meer G-krachten weer en zet de toerenteller centraal.
Wanneer we aangekomen zijn bij de biesbos, gaat het Drive Select in Dynamic. De ophanging verscherpt, het gaspedaal reageert directer, de automaat schakelt hoger in de toeren en het stuurgewicht neemt toe. De RS5 laat het zich allemaal gebeuren, houdt het tempo hoog en rijgt de bochten vloeiend aan elkaar.
En dan gaat het plots hard. Oerend hard. We kozen voor de biesbos vanwege de rust en de mooie wegen en hebben vrije baan. Het gaspedaal wordt ingedrukt en de Audi schiet als een speer vooruit. Alsof het hem geen greintje inspanning kost. Bij de bochten duiken we steeds later in de remmen en gaan we steeds vroeger op het gas. De RS5? Die geeft geen krimp. De standaard quattro-vierwielaandrijving lijkt performanter dan ooit en houdt de Audi stevig in het gareel. Een stapje opzij met de achteras? Vergeet het maar. Gebruik het directe en precieze stuur om de wielen in de juiste richting te zetten, point and shoot. De trekkracht duwt je stevig in de zetel en de motor blijft gaan.
Conclusie
Audi Sport had met de nieuwe RS5 vooral een comfortabele gran turismo voor ogen, waarmee je ook dynamisch aan de slag kan. Daarin zijn de Duitsers ruimschoots geslaagd: de RS5 is een coupé waarmee je in alle comfort en veiligheid kilometers kunt rijden, maar waarmee je ook bergpassen en bochtige wegen kunt verslinden. Dat doet hij moeiteloos en efficiënt, maar met minder karakter dan voorheen. Al laat Audi Sport de deur op een kier voor een eventuele RS5 Plus. Deze RS5 is een hyperatletische GT dus. Mocht jij nou trek hebben gekregen in deze RS5, haast je dan snel naar Gräper Automotive waar deze direct leverbare RS5 te koop staat. Ruim onder nieuwprijs en zonder wachttijd, vandaag kopen is morgen rijden… Wie o wie?
Tekst: Pieter Schoonderbeek
Video: Jorrik Aben
Fotografie: Ansho Bijlmakers